“Wer redet heute noch von der Vernichtung der Armenier?”

Wer redet heute noch von der Vernichtung der Armenier?” – Adolf Hitler

M.B. Appelman

Een tijdje terug leerde ik dat de grootste Syrisch Orthodoxe gemeenschap van Nederland zich in Twente bevindt. Het is een interessante gemeenschap met een eeuwenoude en zeer inspirerende cultuur. Een tijdje terug werden wij uitgenodigd om hun klooster te bezoeken en daar een rondleiding te volgen. Tijdens deze rondleiding werd er ook ingegaan op de geschiedenis van hun gemeenschap. Die valt niet mee. De Arameeërs (waar het overgrote deel van hun gemeenschap uit bestaat) zijn in nagenoeg hun hele bestaansgeschiedenis, maar ook nu nog, slachtoffer van geweld en vervolgingen. Het grootste trauma uit hun geschiedenis is waarschijnlijk de Armeense genocide van 1915 in het huidige Turkije.

Tijdens deze Genocide zijn tussen de 800.000 en 1.000.000 Armeniërs omgebracht. Let wel, Armeniërs en Arameeërs zijn niet hetzelfde volk. Naast de Armeniërs waren ook de Arameeërs en de Pontische Grieken slachtoffer van de genocide, zij zijn niet meegerekend in deze cijfers. De genocide op de Arameeërs wordt de Sayfo genoemd (Aramees voor zwaard) en kostte naar schatting zo’n 150.000 tot 500.000 mensen het leven. De Armeniërs zagen hun bevolking bijna gehalveerd worden, van de Arameeërs en de Pontische Grieken was bijna niemand meer over. De Sayfo wordt officieel alleen door Zweden erkend, de Armeense genocide door véél meer landen. Wanneer het over erkenning van de Armeense genocide gaat wordt gelukkig wel vaak aangegeven dat ook de Arameeërs en de Pontische Grieken hier slachtoffer van waren. De Arameeërs noemen zelf ook vaak de Armeense genocide wanneer ze het over de genocide op hun eigen volk hebben, vooral omdat deze bekender is dan de Sayfo.

Geschiedenis
De Armeense genocide speelde zich af in het Osmaanse rijk, begon in 1915 en hield aan tot 1923. In 1908 kwamen de Jonge Turken -een militaire groepering- aan de macht door middel van een staatsgreep. De Jonge Turken stichtten een repressieve dictatuur, die duidelijk gestoeld was op agressief Turks nationalisme. Ze wensten een groot Turks rijk dat zich zou uitstrekken van de Balkan tot Centraal-Azië, zonder christenen uiteraard. Het Osmaanse rijk was destijds al overwegend islamitisch, maar de christenen besloegen nog een aanzienlijk deel van de bevolking en hadden nog hun eigen politieke partijen. In 1913 wilden de christenen hervormingen doorvoeren. Hierbij kregen ze steun vanuit Rusland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk (de Entente). De Jonge Turken zagen dit als een bedreiging en vreesden het uiteenvallen van het Osmaanse rijk.

Tijdens de Eerste Wereldoorlog sloot het Osmaanse rijk zich aan bij de Centrale Mogendheden en raakte hierdoor in oorlog met de Entente. Na een grote nederlaag bij de Slag bij Sarıkamış gaven de Jonge Turken de Armeniërs de schuld van het verlies. De Armeniërs werden vervolgens gedemobiliseerd, ontwapend en ingezet in zogeheten werkbataljons. De gegeven reden was de angst dat de Armeniërs zouden samenwerken met de Entente, maar de lezing dat dit een voorbereiding op de latere genocide zou zijn wordt door velen aangehangen.

24 april 1915 wordt gezien als de dag waarop de Armeense genocide begon. Honderden tot duizenden hooggeplaatste christenen werden opgepakt en zonder enige vorm van proces gedeporteerd en vermoord. De christenen werden massaal naar de Syrische woestijn gedeporteerd. Deze ‘dodenmarsen’ waren ronduit weerzinwekkend. De christenen stierven niet alleen massaal aan honger en dorst, ze werden ook doodgeranseld of simpelweg afgeschoten, de vrouwen en meisjes werden stelselmatig verkracht. Het grootste gedeelte van de christenen werd echter in of nabij hun woonplaats vermoord door onder andere volgepropte kerken in brand te steken. Er was zelfs een zogeheten ‘Speciale Organisatie’ opgericht met als doel om zoveel mogelijk christenen om te brengen, deze bestond onder meer uit Koerdische stammen en vrijgelaten misdadigers. De Jonge Turken maakten hier flink gebruik van de Eerste Wereldoorlog; omringende landen waren te druk met hun oorlogen om zich op de verschrikkingen in het Osmaanse rijk te richten

Turkije
History is written by the victors” zei Winston Churchill ooit. Als we zien hoeveel slachtoffers de Armeense genocide heeft gemaakt, is het een trieste constatering dat deze zeer slecht gedocumenteerd is. De Armeniërs leden in absolute getallen de grootste verliezen, ook raakten zij een groot deel van hun land kwijt aan de Turken. Toch zijn de andere christelijke minderheden er misschien nóg slechter uit gekomen. De Armeniërs hebben hun eigen land en zijn nog goed in staat om de genocide op hun volk kenbaar te maken en te houden. De andere slachtoffers van de Armeense genocide hebben het veel moeilijker. Er zijn dusdanig weinig overlevenden dat hun geschiedenis veel minder erkenning krijgt. De Sayfo wordt daarom ook wel de Vergeten Genocide genoemd.

De meeste historici zijn het erover eens dat de Armeense genocide een feit is en ook veel landen en internationale organisaties (o.a. Nederland en de EU) erkennen de genocide. Desondanks beweert Turkije nog steeds dat er geen sprake was van een genocide maar spreekt het slechts van geweldsuitbarstingen waar ook Turken slachtoffer van waren. De Turken staan zo stellig in hun ontkenning dat het in Turkije zelfs verboden is om het over een Armeense genocide te hebben.

Dat die ontkenning nog steeds hevig leeft werd in 2014 maar weer eens pijnlijk duidelijk toen in Almelo het Armeense genocidemonument werd onthuld. Demonstrerende Turken speelden oude Turkse legermuziek en scandeerden teksten als ‘Karabach zal het graf van de Armeniërs worden’.

Nederland
Zoals gezegd erkent Nederland de Armeense genocide. Toch is het ook in Nederland (en andere westerse landen) nog vaak een controversieel onderwerp. Nederland heeft slechts een motie aangenomen (ingediend door Rouvoet (CU)) die de regering oproept om in de dialoog met Turkije “voortdurend en nadrukkelijk de erkenning van de Armeense genocide aan de orde te stellen”. Dit laat de regering echter vrij om het voortdurend over de “kwestie van de Armeense genocide” te hebben[1]. Voornaamste redenen voor de terughoudendheid van de regering zijn het grote aantal Turkse Nederlanders, het NAVO-bondgenootschap, de handelsbetrekkingen met Turkije en sinds relatief korte tijd ook de machtspositie die Turkije heeft ingenomen in de vluchtelingencrisis.

In 2015 werd, in Armenië, een grote herdenking van de Armeense genocide gehouden. Nederland stuurde hier geen vertegenwoordiger naartoe; dit terwijl landen om ons heen dat wel deden en Frankrijk zelfs hun president stuurde. De terughoudendheid van Nederland werd ook weer blootgelegd na de eerdergenoemde demonstratie bij het Armeense genocidemonument waar Bert Koenders (minister Buitenlandse zaken) reageerde dat “de gebruikte leuzen en gespeelde muziek tijdens de demonstratie […] niet bijdragen aan een oplossing van deze ernstige kwestie”. Stelt u zich eens voor dat Jodenhaat zou worden gereduceerd tot “iets dat niet bijdraagt aan een oplossing” en de holocaust tot “een ernstige kwestie”.

De nieuwe genocide
De vervolging van Arameeërs en andere kleine religieuze groeperingen is helaas niet iets van vroeger. Met name ISIS is druk bezig met uit uitmoorden van alles wat niet hun vorm van Soennisme aanhangt. Pieter Omtzigt (CDA) is waarschijnlijk het kamerlid dat zich het meest met de christenvervolgingen bezig houdt. Hij verbaast zich vaak over de terughoudendheid van Nederland en benadrukt dat ISIS zich schuldig maakt aan genocides.

Tot slot wil ik Johny Messo noemen. Messo, geboren te Hengelo, is leider van de Wereldraad van Arameeërs en expert op het gebied van christenvervolging. Hij reist zo’n beetje de hele wereld rond om de belangen van de Aramese gemeenschap onder de aandacht te brengen. Hij heeft in Nederland dan ook regelmatig contact met de Vaste Commissie Buitenlandse Zaken. Er is echter veel onwil bij de politieke partijen wanneer het op het aankaarten en aanpakken van christenvervolging aankomt. Messo dient met enige regelmaat rapporten in over de zeer ernstige situatie waarin de christenen in Irak en Syrië zich bevinden, GroenLinks en D66 zijn zelfs nog nooit bij een van deze presentaties aanwezig geweest. Redelijk merkwaardig voor partijen die beweren zich hard in te willen zetten voor de minderheden in Nederland en elders. Ik heb beide partijen gevraagd waarom ze nooit bij deze presentaties aanwezig zijn. Vooralsnog heb ik daar geen reactie op gekregen.

Dit artikel verscheen eerder in Het Kleintje, uitgave 7 jaargang 2016-2017 (verenigingsorgaan van de Vereniging van Gereformeerde Studenten in Twente (VGST))

[1] Een motie om hier het woord ‘kwestie’ weg te laten en het expliciet over een ‘genocide’ te hebben werd ingediend door de PVV maar weggestemd door de VVD, PVDA en DENK.

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s